Met welke methode kan eDNA het langste behouden worden?
Samenvatting:
De dennenprocessierups (Thaumetopoea pityocampa) en Nieuw-Zeelandse landplatworm (Arthurdendyus triangulatus) zijn invasieve exoten, die via menselijk transport van plantmateriaal Europese buurlanden binnenkomen. Doordat deze soorten een groot gevaar vormen voor zowel de Nederlandse ecosystemen en de volksgezondheid, is het van belang om ze in een vroeg stadium en zo efficiënt mogelijk te detecteren. In een vroeg stadium is het echter doordat ze in lage dichtheden voorkomen. Met behulp van Environmental DNA (eDNA) kunnen moeilijk detecteerbare soorten of soorten in lage dichtheden toch gemonitord worden. In dit onderzoek zijn vier verschillende sampling methoden getest en onderling vergeleken. Voor deze sampling methoden is de vuurgarnaal (Neocaridina davidi) gebruikt als modelorganisme. Uit de resultaten is gebleken dat watermonsters behandeld met de BAC-buffer gemiddeld een hogere concentratie eDNA bevat dan de watermonsters van de controlegroep